Het economisch en bestuurlijk zwaartepunt in Brabant, Vlaanderen en Holland, met rond een 85% over alle Nederlandstalige inwoners betreffende een Nederlanden, weerspiegelde zichzelf in de dominantie aangaande een geschreven variaties uit welke gewesten.[4] Deze schrijftalen waren academisch omdat ze in het bijzonder op een kanselarijen over vorsten, kloosters en steden https://beedigd-engels86319.wikififfi.com/938684/engels_een_overzicht